De Shetland Sheepdog (Sheltie)

De Sheltie is een  vriendelijke en gemakkelijke hond om te houden. Qua uiterlijk heeft hij veel weg van een kleine versie van de Schotse herder en is uitstekend geschikt als gezelschapshond. Deze mooie en sierlijke hond past in een gezin, waar er veel tijd is voor aandacht en beweging. De Sheltie is erg aanhankelijk en vindt het heerlijk om samen met zijn baasje van alles te ondernemen.

Geschiedenis

De Sheltie , ook wel Shetland Sheepdog genoemd, is een kleine herdershond die afkomstig is van de Shetland Eilanden, noordoostelijk van Schotland gelegen. Deze hond is een kruising van o.a. de collie, Groenlandse hond en de King Charles- spaniel . In het begin van de 20ste eeuw werd de Sheltie gebruikt als herdershond om de schapen bij elkaar te houden en te zorgen dat die uit de akkers van de boeren bleven. Tevens is de Sheltie een geschikte waakhond.
Er was destijds een voedselschaarste waardoor de voorkeur uitging naar een kleine hond omdat deze goedkoper is om te houden dan een grotere hond.
Het uiterlijk van de hond was niet van belang maar de hond moest zelfstandig kunnen werken en bestand zijn tegen het klimaat dat getypeerd wordt door veel regen, storm en mist.
In 1914 werd de Sheltie erkend als ras door de Kennel Club in Engeland. In 1929 kwam de eerste Sheltie naar Nederland.

Uiterlijk

De Sheltie lijkt, zoals gezegd, veel op een Collie, alleen wat kleiner. Hij heeft een schofthoogte van 35,5 cm. voor de teefjes en tot 37 cm. voor de reutjes. Een afwijking van 2,5 cm. is hierbij toegestaan. De schedel vormt opzij gezien een lange, stompe wig die smaller wordt naar de neus. Het binnenste van de ooghoek vormt het midden. De wangen gaan vloeiend over in een mooie, ronde voorsnuit. De schedel en voorsnuit moeten van gelijke lengte zijn. De neus, lippen en oogranden zijn zwart van kleur. De ogen zijn middelmatig groot en amandelvormig. De oren zijn klein en breed bij de aanzet. Ze staan dicht bij elkaar geplaatst bovenop de schedel. In rust liggen de oren naar achteren gelegd en bij aandacht worden ze opgericht gedragen waarbij de tip naar voren valt.

De toegestane vachtkleuren zijn:

  • sable: zandkleur (goudkleurig) tot mahonie met eventueel zwarte
    Haarpunten.
  • driekleurig: Geheel zwart met een tankleurige aftekening op kop, poten en witte aftekening op kop, poten, staartpunt en eventueel kraag. Deze kleur mag bij het fokken gecombineerd worden met sable, Driekleur, zwart/wit en blue merle.
  • blue merle: blauwe (zilvergrijze) ondergrond met zwarte vlekjes en tan-kleurige en witte aftekening. De tankleur mag ook ontbreken. In
    Amerika noemt men dat bi-blue.
  • zwart/wit: Het mooiste met een witte kraag, witte poten en een witte staartpunt. Zoals de naam al aangeeft ontbreekt de tan-kleur.
  • black and tan: helaas is deze kleur zeer waarschijnlijk verdwenen in de loop van de tijd.

Opvoeding

De Sheltie is gemakkelijk op te voeden. Hij beschikt wel over een eigen wil. Deze ondernemende hond wordt graag bezig gehouden. Zoals elke hond is het belangrijk om veel aandacht te besteden aan het socialiseren. De Sheltie leert graag en zijn naast het volgen van een gehoorzaamheidscursus buitengewoon geschikt voor het de behendigheidssport. De Sheltie wil zijn baas graag een plezier doen en vindt het geweldig als gewaardeerd wordt. Hij is zeer gevoelig voor positieve beloning maar hardheid in de vorm van schreeuwen of lijfelijk straffen is funest voor hem en kan leiden tot een nerveuze, onzekere hond. Hij is ook heel gevoelig voor de stemming in huis en een rusteloze, lawaaiige omgeving zal een negatieve invloed hebben op zijn gedrag.

Beweging

Shelties hebben redelijk veel beweging nodig in de vorm van wandelen, spelletjes doen en training ( behendigheid bijv.).

Vachtverzorging

De vacht hield de Sheltie vroeger warm en droog in weer en wind. Het is een zogenaamde dubbele vacht : wollige ondervacht met daaroverheen een vacht van lange, wat harde haren. Hoewel het lijkt of deze vacht veel onderhoud nodig heeft, valt dat nog wel mee. Eén keer in de week goed doorborstelen en kammen. In tijden van rui wat vaker borstelen om al het dode haar snel kwijt te raken. Het haar achter de oren kan gaan klitten en moet zeer regelmatig door gekamd worden en ook de broek ( achterkant) moet goed door geborsteld worden om klitten te voorkomen. Overtollige haargroei tussen de tenen en aan de hakken wordt weggeknipt zodat daar geen rommel in komt vast te zitten dat gaat irriteren.

Gezondheid

HD ( heupdisplasie) en oogproblemen kunnen voor komen maar daarbij moet worden opgemerkt dat bijvoorbeeld HD niet echt een probleem is binnen het ras. Uit voorzorg wordt er wel door steeds meer fokkers getest op HD. Met ouderdieren zonder HD is de kans heel wat kleiner dat een pup deze aandoening zal krijgen. Een goede fokker zal de testresultaten ook laten zien.Het komt wel voor dat een Sheltie groter of kleiner wordt dan de toegestane norm maar dit heeft verder geen gevolgen voor de gezondheid. Echter moet men hier wel rekening mee houden als men deel wil nemen aan tentoonstellingen.

Gebitsproblemen kunnen ook voorkomen: mesioversie, scheve hoektanden en ontbrekende elementen. Daar is helaas nog niet op te testen.

Distichiasis: extra oogharen die naar binnen gekruld het oog kunnen irriteren. Het komt ook voor dat die extra haren naar buiten krullen. Het komt erg veel voor in het ras maar desondanks hebben niet heel veel honden echt last. Toch wordt ernaar gestreefd distichiasis eruit te fokken maar dat heeft veel tijd nodig.